German

Detailed Translations for Bedeutung from German to Dutch

Bedeutung:

Bedeutung [die ~] nomen

  1. die Bedeutung (Sinn; Tendenz; Wert; Wichigkeit; Tragweite)
    de betekenis; de bedoeling; beduidenis; beduiding
  2. die Bedeutung (Inhalt; Sinn)
    de betekenis; de inhoud
  3. die Bedeutung (Wert; Tragweite)
    de waarde; de betekenis; het belang; de zin
  4. die Bedeutung (Sinn)
    het doel; het nut; de zin
    • doel [het ~] nomen
    • nut [het ~] nomen
    • zin [de ~ (m)] nomen
  5. die Bedeutung (Größe; Ausmaß; Format; )
    de dimensie
    – afmeting 1
    • dimensie [de ~ (v)] nomen
      • de doos heeft drie dimensies: lengte, breedte en hoogte1
    de omvang; de grootte; het formaat
    de maat; de mate
    – hoe groot het is 1
    • maat [de ~ (m)] nomen
      • welke maat schoenen heb je?1
    • mate [de ~] nomen
      • in zekere mate heeft hij gelijk1
    de afmeting
    – hoe lang, breed of hoog het is 1
    • afmeting [de ~ (v)] nomen
      • heb je de afmetingen van die kast opgeschreven?1

Translation Matrix for Bedeutung:

NounRelated TranslationsOther Translations
afmeting Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe Abmessung; Abschnitt
bedoeling Bedeutung; Sinn; Tendenz; Tragweite; Wert; Wichigkeit
beduidenis Bedeutung; Sinn; Tendenz; Tragweite; Wert; Wichigkeit
beduiding Bedeutung; Sinn; Tendenz; Tragweite; Wert; Wichigkeit
belang Bedeutung; Tragweite; Wert Gewicht; Wert; Wichtigkeit
betekenis Bedeutung; Inhalt; Sinn; Tendenz; Tragweite; Wert; Wichigkeit Annehmen
dimensie Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe Dimension
doel Bedeutung; Sinn Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bestimmung; Bezwecken; Endziel; Endzweck; Erstreben; Reisebestimmung; Ziel; Zielpunkt; Zielscheibe; Zielsetzung; Zielwert; Zweck
formaat Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe
grootte Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe
inhoud Bedeutung; Inhalt; Sinn Energie; Fähigkeit; Inhalt; Inhaltsverzeichnis; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Vermögen; Volumen; was irgendwo drinnen ist; womit etwas gefüllt ist
maat Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe Abmessung; Abschnitt; Freund; Freundin; Gefährte; Genosse; Genossin; Geselle; Kamerad; Kameradin; Kompagnon; Kumpel; Macker; Mitinhaber; Teihaber; Vertraute
mate Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe Grad; Gradation; Maß; Quantität; Skala
nut Bedeutung; Sinn Anwendbarkeit; Brauchbarkeit; Gewinn; Nutzen; Nützlichkeit; Profit; Sinn; Utilität; Verwendbarkeit; Vorteil
omvang Abmessung; Ausdehnung; Ausmaß; Bedeutung; Dimension; Format; Größe Viewportgröße
waarde Bedeutung; Tragweite; Wert Geltung; Gewinn; Nutzen; Profit; Verdienst; Verdienste; Verdienstlichkeit; Vorteil; Wert; Würde
zin Bedeutung; Sinn; Tragweite; Wert Appetit; Ausdruck; Bezeichnung; Fascinierung; Formulierung; Geilheit; Interesse; Lust haben etwas zu essen; Redensart; Redewendung; Satz; Sprichwort

Synonyms for "Bedeutung":


Wiktionary Translations for Bedeutung:

Bedeutung
noun
  1. Sinn einer Information, Handlung oder Sache
Bedeutung
noun
  1. iets wat belangrijk is voor een persoon
  2. wat iets betekent, waar iets voor staat

Cross Translation:
FromToVia
Bedeutung implicatie implication — that which is implied, but not expressed
Bedeutung betekenis; waarde meaning — symbolic value of something
Bedeutung betekenis meaning — definition or connotation of a word
Bedeutung betekenis sense — semantics term
Bedeutung betekenis; belang; importantie significance — extent to which something matters
Bedeutung betekenis significance — meaning
Bedeutung betekenis; zin sens — Signification
Bedeutung betekenis; portee; zin; significantie signification — Ce que signifie une chose ; sens attacher à une chose.
Bedeutung waarde; getal; gehalte valeurqualité ou justesse d’une chose, d’une idée, d’un ouvrage.

Related Translations for Bedeutung