Interglot - "Beschaffenheit" translated from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Beschaffenheit:
- kwaliteit; hoedanigheid; gesteldheid; toestand; staat; positie; conditie; vorm
Wiktionary:
- Beschaffenheit → toestand, hoedanigheid, aard, natuur, gesteldheid
- Beschaffenheit → toestand, eigendom, eigendomsrecht, allooi, eigenschap, kwaliteit, boerderij, goed, landgoed, bezitting

German

Detailed Translations for Beschaffenheit from German to Dutch

die Beschaffenheit (Eigenschaft; Qualität; Art)
de kwaliteit; de hoedanigheid; de gesteldheid
- kwaliteit [de ~ (v)] nomen
- hoedanigheid [de ~ (v)] nomen
- gesteldheid [de ~ (v)] nomen
die Beschaffenheit (Zustand; Kondition; Gemütszustand)
de toestand; de staat; de gesteldheid; de positie
- toestand [de ~ (m)] nomen
- staat [de ~ (m)] nomen
- gesteldheid [de ~ (v)] nomen
- positie [de ~ (v)] nomen
die Beschaffenheit (Zustand; Kondition; Verfassung)
de toestand; de staat; de conditie
- toestand [de ~ (m)] nomen
- staat [de ~ (m)] nomen
- conditie [de ~ (v)] nomen
die Beschaffenheit (Kondition; Form; Gestalt; Bedingung; Bildung; Gestaltung; Verfassung)
de conditie; de vorm
- conditie [de ~ (v)] nomen
- vorm [de ~ (m)] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
conditie	Bedingung; Beschaffenheit; Bildung; Form; Gestalt; Gestaltung; Kondition; Verfassung; Zustand	Bedingung; Forderung; Klausel; Kondition; Kriterium; Maßstab; Voraussetzung; Vorbehalt
gesteldheid	Art; Beschaffenheit; Eigenschaft; Gemütszustand; Kondition; Qualität; Zustand
hoedanigheid	Art; Beschaffenheit; Eigenschaft; Qualität	Eigenschaft; Funktion
kwaliteit	Art; Beschaffenheit; Eigenschaft; Qualität	Eignung; Fähigkeit; Kapazität; Können; Leistungsfähigkeit; Qualität; Sachverstand; Tauglichkeit
positie	Beschaffenheit; Gemütszustand; Kondition; Zustand	Arbeitsverhältnis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Lage; Position; Stand; Standort; Stellung; Stellungnahme; Verfassung; Zustand
staat	Beschaffenheit; Gemütszustand; Kondition; Verfassung; Zustand	Aufführung; Aufstellung; Aufzählung; Land; Liste; Nation; Reich; Staat; Tabelle; Verzeichnis
toestand	Beschaffenheit; Gemütszustand; Kondition; Verfassung; Zustand	Getue; Scherereien; Situation; Trara; Umstand; Umstände
vorm	Bedingung; Beschaffenheit; Bildung; Form; Gestalt; Gestaltung; Kondition; Verfassung	Abdruck; Abguß; Ansicht; Aufguß; Aussehen; Erscheinen; Erscheinung; Erscheinungsform; Figur; Form; Gestalt; Gießform; Gips; Guß; Gußform; Kontur; Statur; Umriß; Wuchs; in Form sein; Äußere
Not Specified	Related Translations	Other Translations
toestand		Status; Zustand

Beschaffenheit

noun

heutzutage sehr selten im Plural: Eigenart oder Zustand einer Sache
- Beschaffenheit → toestand; hoedanigheid; aard; natuur; gesteldheid

Beschaffenheit

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Beschaffenheit	→ toestand	↔ condition — state of an object
• Beschaffenheit	→ eigendom; eigendomsrecht; allooi; eigenschap; kwaliteit; boerderij; goed; landgoed; bezitting	↔ propriété — Traductions à trier suivant le sens
• Beschaffenheit	→ eigenschap; allooi; kwaliteit	↔ qualité — Traductions à trier suivant le sens