Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Kassengeld

Translate Kassengeld from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Kassengeld:
- kasmiddelen; kasgeld; kasgelden; kassaldo; kasvoorraad

German

Detailed Translations for Kassengeld from German to Dutch

Kassengeld:

Kassengeld [das ~] nomen

Kassengeld
de kasmiddelen; het kasgeld
- kasmiddelen [de ~] nomen, plural
- kasgeld [het ~] nomen
Kassengeld
de kasgelden
- kasgelden [de ~] nomen, plural
Kassengeld (Kassenbestand; Barbestand)
het kassaldo
- kassaldo [het ~] nomen
Kassengeld (Kassenbestand; Barbestand)
kasvoorraad
- kasvoorraad [znw.] nomen

Translation Matrix for Kassengeld:

Noun	Related Translations	Other Translations
kasgeld	Kassengeld
kasgelden	Kassengeld
kasmiddelen	Kassengeld
kassaldo	Barbestand; Kassenbestand; Kassengeld
kasvoorraad	Barbestand; Kassenbestand; Kassengeld