Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. Saldo:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for Saldo from German to Dutch

Saldo:

Saldo [der ~] nomen

  1. der Saldo (Bilanz; Überschuß)
    het saldo
  2. der Saldo (Kontosaldo; Kontostand; Kontensaldo)
    het saldo; rekeningsaldo

Translation Matrix for Saldo:

NounRelated TranslationsOther Translations
saldo Bilanz; Kontensaldo; Kontosaldo; Kontostand; Saldo; Überschuß
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
rekeningsaldo Kontensaldo; Kontosaldo; Kontostand; Saldo

Synonyms for "Saldo":


Wiktionary Translations for Saldo:

Saldo
noun
  1. (economie) een volledige opsomming van de waarde van alle bezit en alle tegoeden en schulden meestal aan het einde van een boekjaar
  2. het eindbedrag wanneer alle tegoeden en verplichtingen in rekening gebracht zijn

Cross Translation:
FromToVia
Saldo balans balance — list of credits and debits
Saldo saldo; overschot reliquat — (term, Jurisprudence de Comptabilité et de Commerce) Ce qui rester dû après la clôture et l’arrêté d’un compte.
Saldo saldo; overschot solde — (1)

External Machine Translations:

Related Translations for Saldo