Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Rute

German and Dutch Search Results for: Rute

Summary

German to Dutch: more detail...

Rute:
- roede; piemel; penis; lul; pik; lid
Wiktionary:
- Rute → pik, roe, roede
- Rute → piemel, lul, dees, staart, gard, stokje, roede, spitsroede

German

Detailed Translations for Rute from German to Dutch

Rute:

Rute [die ~] nomen

die Rute (Penis; Schwanz; Pimmel)
de roede; de piemel; de penis; de lul; de pik; het lid
- roede [de ~] nomen
- piemel [de ~ (m)] nomen
- penis [de ~ (m)] nomen
- lul [de ~ (m)] nomen
- pik [de ~ (m)] nomen
- lid [het ~] nomen

Translation Matrix for Rute:

Noun	Related Translations	Other Translations
lid	Penis; Pimmel; Rute; Schwanz	Absatz; Abschnitt; Angehörige; Augenlid; Deckel; Dimensionselement; Element; Mitglied; Paragraph
lul	Penis; Pimmel; Rute; Schwanz	Dreckskerl; Dumme; Düpierte; Geschädigte; Grobian; Halunke; Lump; Opfer; Schuft; Schurke
penis	Penis; Pimmel; Rute; Schwanz
piemel	Penis; Pimmel; Rute; Schwanz
pik	Penis; Pimmel; Rute; Schwanz
roede	Penis; Pimmel; Rute; Schwanz

Synonyms for "Rute":

Wiktionary Translations for Rute:

Rute

noun

informeel|nld geslachtsdeel van de man, penis
- pik → Penis; Schwanz; Rute; Pimmel
een bundel takken waarmee geslagen kan worden
- roe; roede → Rute

Cross Translation:

From	To	Via
• Rute	→ piemel; lul; dees	↔ dork — vulgar, slang: penis
• Rute	→ staart	↔ tail — appendage of an animal
• Rute	→ gard; stokje; roede; spitsroede	↔ baguette — Petit bâton mince, plus ou moins long et flexible.
• Rute	→ staart	↔ queue — Appendice postérieur