Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: ausfugen

German and Dutch Search Results for: ausfugen

Summary

German to Dutch: more detail...

ausfugen:
- Wiktionary:
  ausfugen → voegen
- Synonyms for "ausfugen":
  abdichten; fugen; verstreichen

German

Detailed Translations for ausfugen from German to Dutch

ausfugen: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

aus: over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; gereed; voltooid; geëindigd; afgedaan; gedaan; beëindigd; gepleegd; eruit
fugen: invoegen; inbrengen
Fugen: voegen; muren voegen
fügen: verbinden; koppelen; samenkoppelen; invoegen; inleggen; tussenleggen; neerleggen; onderuit halen

Spelling Suggestions for: ausfugen

ausfaulen; aussaugen; auswegen; ausrufen; ausfragen; absaugen; auslegen; aufsaugen; ausruhen; aussägen

ausfugen:

Synonyms for "ausfugen":

abdichten; fugen; verstreichen

Wiktionary Translations for ausfugen:

ausfugen

noun

afwerken van metselwerk
- voegen → fugen; ausfugen

External Machine Translations:

Dutch

Suggestions for ausfugen in Dutch

Spelling Suggestions for: ausfugen

autowegen; auspiciën

External Machine Translations: