Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Tang

German and Dutch Search Results for: Tang

Summary

German to Dutch: more detail...

Tang:
- Wiktionary:
  Tang → zeewier, blaaswier, bruinwier, zeegras

Dutch to German: more detail...

tang:
- Zange; Klemme
Wiktionary:
- tang → Zange
- tang → Zange, Monierzange, Salatzange, Nudelzange, Zuckerzange, Pinzette, Wäscheklammer

Dutch

Detailed Translations for Tang from Dutch to German

tang:

tang [de ~] nomen

de tang (klem)
die Zange; die Klemme
- Zange [die ~] nomen
- Klemme [die ~] nomen
de tang
die Zange
- Zange [die ~] nomen

Translation Matrix for tang:

Noun	Related Translations	Other Translations
Klemme	klem; tang	klamp; klem; klemhaak; kram; mijt
Zange	klem; tang	buigtang; tang om iets te buigen

Related Words for "tang":

tangen

Related Definitions for "tang":

gereedschap van twee scharnierende delen waarmee je iets kunt pakken¹
- met een tang trok ik de spijker uit het hout¹

Wiktionary Translations for tang:

tang

noun

ein Werkzeug aus zwei ineinandergreifenden Backen, welche nach unten hin für die händische Bedienung als Schenkel verlängert sind
- Zange → tang

Cross Translation:

From	To	Via
• tang	→ Zange; Monierzange	↔ pincers — gripping tool
• tang	→ Zange	↔ pliers — gripping tool which multiplies the strength of the user's hand
• tang	→ Zange; Salatzange; Nudelzange; Zuckerzange	↔ tongs — an instrument
• tang	→ Zange; Pinzette; Wäscheklammer	↔ pince — Outil ou instrument comportant deux mâchoires au bout de branches croisées ou liées à l’autre extrémité.

Related Translations for Tang

tang om iets te buigen

¹Muiswerk Woordenboek