Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Befinden

German and Dutch Search Results for: Befinden

Summary

German to Dutch: more detail...

Befinden:
- Wiktionary:
  Befinden → conditie
  befinden → vinden, bevinden, treffen, aantreffen
- Synonyms for "befinden":
  existieren; sein
  entscheiden
  finden; beurteilen; bewerten; einschätzen; ermessen; evaluieren; gewichten; schätzen; werten; würdigen
- Synonyms for "Befinden":
  Ergehen

German

Detailed Translations for Befinden from German to Dutch

Spelling Suggestions for: Befinden

Beenden; Befreien; binden; befangen; bekunden; banden; beenden; besolden; befremden; bereden

befinden:

Synonyms for "befinden":

existieren; sein
entscheiden
finden; beurteilen; bewerten; einschätzen; ermessen; evaluieren; gewichten; schätzen; werten; würdigen

Wiktionary Translations for befinden:

Cross Translation:

From	To	Via
• befinden	→ vinden; bevinden; treffen; aantreffen	↔ trouver — rencontrer ce que l’on chercher.

Befinden:

Synonyms for "Befinden":

Ergehen

Wiktionary Translations for Befinden:

Cross Translation:

From	To	Via
• Befinden	→ conditie	↔ condition — health status of a patient

External Machine Translations:

Related Translations for Befinden

sich befinden

Dutch

Suggestions for Befinden in Dutch

Spelling Suggestions for: Befinden

beminden; beiden; bezigden; binden; bekenden; blinden; benijden; belanden; bemanden; belijden

External Machine Translations: