German
Detailed Translations for handelsüblich from German to Dutch
handelsüblich: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Handel: markt; goederenhandel; handel; commercie; zaak; transactie; deal; vak; ambacht; stiel; métier; koophandel; handelsverkeer; negotie
- üblich: normaal; gemeen; gewoon; gebruikelijk; gangbaar; courant; doodgewoon
Spelling Suggestions for: handelsüblich
External Machine Translations: