Summary
German to Dutch: more detail...
-
Hausstand:
-
Wiktionary:
Hausstand → huishouding, menage, huishouden
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for Hausstand from German to Dutch
Hausstand: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Hau: klap; harde slag
- Stand: stand; kraam; stalletje; tent; ligging; positie; stand op jaarbeurs; orde; slag; klasse; rang; maatschappelijke klasse; kraampje; categorie; classificatie; wildstand; wildvoorraad
- Haus: huis; perceel; bouwwerk; gebouw; pand; honk; gebied; terrein; kavel; bouwterrein; blok; vastgoed; onroerende zaken; onroerende goederen; speelgoedblok; complex
Wiktionary Translations for Hausstand:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Hausstand | → huishouding; menage; huishouden | ↔ ménage — Ensemble des personnes dont une famille est composée. |