Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Waage

German and Dutch Search Results for: Waage

Summary

German to Dutch: more detail...

Waage:
- weegschaal; bascule; balans; waag; weegbrug; weeghuis
Wiktionary:
- Waage → balans, weegschaal
- Waage → Weegschaal, weegschaal, gewicht, wicht, balans

German

Detailed Translations for Waage from German to Dutch

Waage:

Waage [die ~] nomen

die Waage
de weegschaal; de bascule; de balans; de waag
- weegschaal [de ~] nomen
- bascule [de ~] nomen
- balans [de ~] nomen
- waag [de ~ (m)] nomen
die Waage (Brückenwaage)
de weegbrug; de waag
- weegbrug [de ~] nomen
- waag [de ~ (m)] nomen
die Waage (Stadtwaage)
de waag; weeghuis
- waag [de ~ (m)] nomen
- weeghuis [znw.] nomen

Translation Matrix for Waage:

Noun	Related Translations	Other Translations
balans	Waage	Ausgeglichenheit; Balance; Bilanz; Gleichgewicht; Gleichgewichtzustand; Harmonie; Jahresabschluß; Zusammenklang
bascule	Waage
waag	Brückenwaage; Stadtwaage; Waage
weegbrug	Brückenwaage; Waage
weeghuis	Stadtwaage; Waage
weegschaal	Waage

Synonyms for "Waage":

Libra; Sternbild; Sternenkonstellation

Wiktionary Translations for Waage:

Waage

noun

een meetapparaat met twee armen (bedoeld om het verschil te kunnen meten)
- balans → Waage
een meetinstrument waarmee het gewicht kan worden bepaald
- weegschaal → Waage

Cross Translation:

From	To	Via
• Waage	→ Weegschaal	↔ Libra — constellation
• Waage	→ Weegschaal	↔ Libra — astrological sign
• Waage	→ weegschaal	↔ balance — scales
• Waage	→ weegschaal	↔ scale — device
• Waage	→ weegschaal	↔ scales — device for weighing goods for sale
• Waage	→ gewicht; wicht; weegschaal; balans	↔ balance — métrol\|fr instrument de mesure utilisé pour peser des éléments, pour déterminer leur masse.