Summary
German to Dutch: more detail...
- wiedergutmachen:
-
Wiktionary:
- wieder gutmachen → herstellen, maken, repareren, verhelpen, verstellen, weer goed maken, hervormen, reformeren, verbeteren, veredelen, afhelpen, bevrijden, loslaten, verlossen, vrijlaten, vrijmaken
- wiedergutmachen → vergoeden
German
Detailed Translations for wieder gutmachen from German to Dutch
wiedergutmachen:
-
wiedergutmachen (kompensieren; ersetzen; vergüten; erstatten; ausgleichen; gutmachen; einbringen; entgelten; sühnen; belohnen; honorieren; abbüßen)
Translation Matrix for wiedergutmachen:
Synonyms for "wiedergutmachen":
Wiktionary Translations for wiedergutmachen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wiedergutmachen | → vergoeden | ↔ indemnify — To make restitution or compensation for |
Wiktionary Translations for wieder gutmachen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• wieder gutmachen | → herstellen; maken; repareren; verhelpen; verstellen; weer goed maken | ↔ remédier — porter remède, apporter du remède. |
• wieder gutmachen | → hervormen; reformeren; herstellen; repareren; verhelpen; weer goed maken; verbeteren; veredelen; afhelpen; bevrijden; loslaten; verlossen; vrijlaten; vrijmaken | ↔ réformer — rétablir dans l’ancienne forme ; donner une meilleure forme à une chose ; la corriger, la rectifier, soit ajouter, soit retrancher. |