Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Mehrzahl-

German and Dutch Search Results for: Mehrzahl-

Summary

German to Dutch: more detail...

Mehrzahl:
- meervoud; grootste deel; gros; merendeel; meerderheid
Wiktionary:
- Mehrzahl- → meervoudig, meervoudige
- Mehrzahl → meervoud, meerderheid
- Mehrzahl → meervoud

German

Detailed Translations for Mehrzahl- from German to Dutch

Mehrzahl:

Mehrzahl [die ~] nomen

die Mehrzahl (Plural)
het meervoud
- meervoud [het ~] nomen
die Mehrzahl (größten Teils; Mehrheit)
grootste deel; het gros; het merendeel; de meerderheid
- grootste deel [znw.] nomen
- gros [het ~] nomen
- merendeel [het ~] nomen
- meerderheid [de ~ (v)] nomen
die Mehrzahl
het merendeel
- merendeel [het ~] nomen

Translation Matrix for Mehrzahl:

Noun	Related Translations	Other Translations
grootste deel	Mehrheit; Mehrzahl; größten Teils
gros	Mehrheit; Mehrzahl; größten Teils
meerderheid	Mehrheit; Mehrzahl; größten Teils
meervoud	Mehrzahl; Plural
merendeel	Mehrheit; Mehrzahl; größten Teils
Modifier	Related Translations	Other Translations
merendeel		größtenteils; meistenteils

Synonyms for "Mehrzahl":

Plural
Majorität; Mehrheit; Überzahl

Wiktionary Translations for Mehrzahl:

Mehrzahl

noun

Linguistik: deutsche Bezeichnung für Plural; Flexionskategorie mit der Bedeutung „mehr als 1“
- Mehrzahl → meervoud

Mehrzahl

noun

een groep die binnen een groter geheel in aantal meer dan de helft uitmaakt
- meerderheid → Mehrheit; Mehrzahl; Überzahl
Woord dat in die vorm aan meerdere voorwerpen, mensen of dieren refereert
- meervoud → Plural; Mehrzahl

Cross Translation:

From	To	Via
• Mehrzahl	→ meervoud	↔ plural — word in plural form

Wiktionary Translations for Mehrzahl-:

Cross Translation:

From	To	Via
• Mehrzahl-	→ meervoudig; meervoudige	↔ plural — more than one

Related Translations for Mehrzahl-

Mehrzahl