Summary
German to Dutch: more detail...
-
Bauplatz:
-
Wiktionary:
Bauplatz → bouwplaats -
Synonyms for "Bauplatz":
Lage
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for Bauplatz from German to Dutch
Bauplatz: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Bau: bouw; bouwsector; opbouwen; constructie; samengesteld geheel; verbouwing; vertimmering; samenstelling; organisatie; opbouw; systeem; structuur; ordening; gebouw; pand; bouwwerk; aanleggen
- Platz: plaats; plek; locatie; plein; vierkant plein; gat; gehucht; buurtschap; vertrekken; kamer; vertrek; ruimte in een gebouw; buitenplaats
Spelling Suggestions for: Bauplatz
Bauplatz:
Synonyms for "Bauplatz":
Wiktionary Translations for Bauplatz:
Bauplatz
noun
-
Grundstück, das für einen (Neu-)Bau bestimmt ist
- Bauplatz → bouwplaats
External Machine Translations: