German
Detailed Translations for Sprachübertragung from German to Dutch
Sprachübertragung: (*Using Word and Sentence Splitter)
- sprechen: spreken; praten; communiceren; in contact staan; een conversatie hebben; kletsen; klappen; babbelen; kakelen; zwammen; kwebbelen; kwetteren; kwekken; wauwelen; snateren; vertellen; verhalen; verhaal vertellen
- Übertragung: programma; radio-uitzending; overdracht; cessie; doorgifte; radio; uitzending; radioprogramma; gegevensoverdracht
External Machine Translations: