Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: haltbar

German and Dutch Search Results for: haltbar

Summary

German to Dutch: more detail...

haltbar:
- houdbaar; bewaarbaar; conserveerbaar; duurzame; verdedigbaar
Wiktionary:
- haltbar → ferm, fors, hecht, potig, robuust, sterk, stevig, stoer, struis

German

Detailed Translations for haltbar from German to Dutch

haltbar:

haltbar adj

haltbar (konservierbar)
houdbaar; bewaarbaar; conserveerbaar
- houdbaar adj
- bewaarbaar adj
- conserveerbaar adj
haltbar
duurzame
- duurzame adj
haltbar (zu verteidigen)
verdedigbaar; houdbaar
- verdedigbaar adj
- houdbaar adj

Translation Matrix for haltbar:

Adjective	Related Translations	Other Translations
houdbaar	haltbar; konservierbar; zu verteidigen	auszuhalten
verdedigbaar	haltbar; zu verteidigen
Modifier	Related Translations	Other Translations
bewaarbaar	haltbar; konservierbar
conserveerbaar	haltbar; konservierbar
duurzame	haltbar

Synonyms for "haltbar":

belastbar; ehern; fest; kräftig; robust; stabil; stark; stattlich; taff; zäh

Wiktionary Translations for haltbar:

Cross Translation:

From	To	Via
• haltbar	→ ferm; fors; hecht; potig; robuust; sterk; stevig; stoer; struis	↔ robuste — Qui est fort, vigoureux, résistant.

Related Translations for haltbar

Dutch

Detailed Translations for haltbar from Dutch to German

haltbar: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

halt: Halt; Stop; Stillstand
bar: Wirtschaft; Kneipe; Gaststätte; Gasthaus; Wirtshaus; Gastwirtschaft; Schenke; Wirtsstube; Theke; Ausschank; Schanktisch; dürr; unfruchtbar; armselig