Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Gewitter

German and Dutch Search Results for: Gewitter

Summary

German to Dutch: more detail...

Gewitter:
- onweer; donderbui; storm; zwaar weer; onweren
Wiktionary:
- Gewitter → onweer
- Gewitter → onweer, storm, stormwind, donderbui

German

Detailed Translations for Gewitter from German to Dutch

Gewitter:

Gewitter [das ~] nomen

Gewitter (Donnerwetter; Donnern)
het onweer; de donderbui
- onweer [het ~] nomen
- donderbui [de ~] nomen
Gewitter (Sturm)
de storm; zwaar weer
- storm [de ~ (m)] nomen
- zwaar weer [znw.] nomen
Gewitter (Donnern)
het onweren
- onweren [het ~] nomen

Translation Matrix for Gewitter:

Noun	Related Translations	Other Translations
donderbui	Donnern; Donnerwetter; Gewitter
onweer	Donnern; Donnerwetter; Gewitter
onweren	Donnern; Gewitter
storm	Gewitter; Sturm
zwaar weer	Gewitter; Sturm
Verb	Related Translations	Other Translations
onweren		blitzen; donnern; ertönen; fallen; geifern; gewittern; grollen; grunzen; knallen; schleudern; schmatzen; schmeißen; schmettern; stürzen; tosen; wettern

Synonyms for "Gewitter":

Donnerwetter; Wetterereignis; Wetterphänomen

Wiktionary Translations for Gewitter:

Gewitter

noun

Wettererscheinung mit Blitz und Donner, die meist mit starkem Niederschlag einhergeht
- Gewitter → onweer

Gewitter

noun

meteorologisch verschijnsel waarbij regen gepaard gaat met donder en bliksem
- onweer → Gewitter

Cross Translation:

From	To	Via
• Gewitter	→ onweer	↔ thunderstorm — storm with thunder and lightning
• Gewitter	→ storm; onweer; stormwind; donderbui	↔ orage — perturbation atmosphérique, ordinairement de peu de durée, qui se manifester par un vent impétueux, de la pluie ou de la grêle, des éclairs et du tonnerre.

Dutch

Detailed Translations for Gewitter from Dutch to German

Gewitter: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

witten: streichen; kalken; tünchen
ter: zum; zur; bei; nächst; via