Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Krankenhaus

German and Dutch Search Results for: Krankenhaus

Summary

German to Dutch: more detail...

Krankenhaus:
- ziekenhuis; hospitaal; gasthuis
Wiktionary:
- Krankenhaus → hospitaal, ziekenhuis
- Krankenhaus → ziekenhuis, gasthuis, hospitaal

German

Detailed Translations for Krankenhaus from German to Dutch

Krankenhaus:

Krankenhaus [das ~] nomen

Krankenhaus (Hospital; Spital; Lazarett; Hospiz)
het ziekenhuis
– gebouw waar zieken worden onderzocht, behandeld en verpleegd ¹
- ziekenhuis [het ~] nomen
  - hij ligt al een week in het ziekenhuis¹
het hospitaal; het gasthuis
- hospitaal [het ~] nomen
- gasthuis [het ~] nomen

Translation Matrix for Krankenhaus:

Noun	Related Translations	Other Translations
gasthuis	Hospital; Hospiz; Krankenhaus; Lazarett; Spital	Gasthaus; Gastwirtschaft
hospitaal	Hospital; Hospiz; Krankenhaus; Lazarett; Spital
ziekenhuis	Hospital; Hospiz; Krankenhaus; Lazarett; Spital	Krankenanstalt

Synonyms for "Krankenhaus":

Hospital; Klinik; Klinikum; Spital; Anstalt; Einrichtung; Institution

Wiktionary Translations for Krankenhaus:

Krankenhaus

noun

Gebäude oder Gebäudekomplex, in dem Kranke behandelt oder beherbergt werden
- Krankenhaus → hospitaal; ziekenhuis

Krankenhaus

noun

instelling voor onderzoek, behandeling en verpleging van zieken
- ziekenhuis → Krankenhaus

Cross Translation:

From	To	Via
• Krankenhaus	→ ziekenhuis; gasthuis; hospitaal	↔ hospital — building
• Krankenhaus	→ ziekenhuis	↔ hôpital — établissement hospitalier où les malades, les blesser soigner.

Krankenhaus...:

Synonyms for "Krankenhaus...":

nosokomial

¹Muiswerk Woordenboek