German
Detailed Translations for Neubildung from German to Dutch
Neubildung: (*Using Word and Sentence Splitter)
- neu: nieuw; pas gekocht; modern; hedendaags; eigentijds; recent; ongebruikt; onaangetast; onaangeroerd; ongeopend; onaangebroken
- Bildung: opleiding; schoolopleiding; ontwikkeling; vooruitgang; vorming; ontplooiing; geestelijke vorming; vorm; conditie; onderwijs; scholing; educatie; kundig maken; bekwaming
Wiktionary Translations for Neubildung:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Neubildung | → tumor; neoplasma; gezwel | ↔ neoplasm — abnormal new growth of disorganized tissue |