Summary
German to Dutch: more detail...
-
betriebsbereit:
-
Wiktionary:
betriebsbereit → bedrijfsklaar -
Synonyms for "betriebsbereit":
betriebsfähig; funktionstüchtig; gebrauchsfähig
startbar
abrufbereit; in Bereitschaft; in den Startlöchern; verfügbar
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for betriebsbereit from German to Dutch
betriebsbereit: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Betrieb: bedrijf; zaak; onderneming; firma; handelsbedrijf; maatschappij; vennootschap; coöperatie; maatschap; handelshuis; fabriek; drukte; gedrang; toeloop; toevloed; ophef; kouwe drukte; leven; lawaai; spektakel; herrie; rumoer; kabaal
- bereit: bereid; gedaan; gereed; gaar; doorgekookt; over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; paraat; genegen; gewillig; bereidvaardig
- betreiben: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; begaan; per ongeluk doen; doorzetten; de liefde bedrijven; doordouwen
Spelling Suggestions for: betriebsbereit
betriebsbereit:
Synonyms for "betriebsbereit":
Wiktionary Translations for betriebsbereit:
betriebsbereit
adjective
-
klaar om in bedrijf genomen te worden
External Machine Translations: