Interglot - Gerissenheit: German and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Remove Ads

Summary

German to Dutch: more detail...

Gerissenheit:
- list; sluwe streek; slimheid; scherpzinnigheid; spitsvondigheid; scherpheid; schranderheid; spitsheid; scherpte; gewiekstheid; slimmigheid; geslepenheid; puntigheid; puntig zijn; doortraptheid; sluwheid; gladheid; listigheid; snoodheid; arglist; arglistigheid; gevatheid; bijdehandheid; adremheid; snedigheid; geraffineerdheid; leepheid; raffinement
Wiktionary:
- Gerissenheit → sluwheid, slinksheid, bedrog, valsheid

German

Detailed Translations for Gerissenheit from German to Dutch

Gerissenheit:

Gerissenheit [die ~] nomen

die Gerissenheit (List; Trick; Spitzfindigkeit; Kniff; Pfiffigkeit; Gewandtheit; Dreistigkeit; Schlauheit; Witzigkeit; Gewieftheit)
de list; sluwe streek; de slimheid
- list [de ~] nomen
- sluwe streek [znw.] nomen
- slimheid [de ~ (v)] nomen
die Gerissenheit (Scharfsinnigkeit; Klugheit; Gewandtheit; Schlagfertigkeit; Verstand; Scharfsinn; Intellekt; Spürsinn; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Schneidigkeit; Verschlagenheit; Gewieftheit; Geschliffenheit; Geriebenheit)
de scherpzinnigheid; de spitsvondigheid; de scherpheid; de schranderheid; de spitsheid; de scherpte
- scherpzinnigheid [de ~ (v)] nomen
- spitsvondigheid [de ~ (v)] nomen
- scherpheid [de ~ (v)] nomen
- schranderheid [de ~ (v)] nomen
- spitsheid [de ~ (v)] nomen
- scherpte [de ~ (v)] nomen
die Gerissenheit (Pfiffigkeit; Gewieftheit)
de spitsvondigheid; de gewiekstheid; de slimheid; de slimmigheid
- spitsvondigheid [de ~ (v)] nomen
- gewiekstheid [de ~ (v)] nomen
- slimheid [de ~ (v)] nomen
- slimmigheid [de ~ (v)] nomen
die Gerissenheit (Gewandtheit; Verschlagenheit; Gewieftheit; Geriebenheit)
de geslepenheid; de gewiekstheid
- geslepenheid [de ~ (v)] nomen
- gewiekstheid [de ~ (v)] nomen
die Gerissenheit (Spitzigkeit; Schärfe; Gewandtheit; Schlagfertigkeit; Schneidigkeit; Verschlagenheit; Gewieftheit; Geriebenheit; Gewiegtheit)
de scherpte; de puntigheid; de spitsheid; de scherpheid; puntig zijn
- scherpte [de ~ (v)] nomen
- puntigheid [de ~ (v)] nomen
- spitsheid [de ~ (v)] nomen
- scherpheid [de ~ (v)] nomen
- puntig zijn [znw.] nomen
die Gerissenheit (Schlauheit; Pfiffigkeit; Falschheit; Hinterlist; Listigkeit; Niederträchtigkeit; Gewiegtheit)
de doortraptheid; de sluwheid; de gewiekstheid; de gladheid; de listigheid; de snoodheid
- doortraptheid [de ~ (v)] nomen
- sluwheid [de ~ (v)] nomen
- gewiekstheid [de ~ (v)] nomen
- gladheid [de ~ (v)] nomen
- listigheid [de ~ (v)] nomen
- snoodheid [de ~ (v)] nomen
die Gerissenheit (Arglist; Schlauheit; Hinterlist; Verschlagenheit)
de arglist; de doortraptheid; arglistigheid
- arglist [de ~] nomen
- doortraptheid [de ~ (v)] nomen
- arglistigheid [znw.] nomen
die Gerissenheit (Schlagfertigkeit; Klugheit; Gewandtheit; Schlauheit; Witzigkeit; Pfiffigkeit; Spitzfindigkeit; Schneidigkeit; Gewieftheit)
de gevatheid; bijdehandheid; adremheid; de snedigheid
- gevatheid [de ~ (v)] nomen
- bijdehandheid [znw.] nomen
- adremheid [znw.] nomen
- snedigheid [de ~ (v)] nomen
die Gerissenheit (Finesse; Schlauheit; Raffinement; Spitzfindigkeit; Verschlagenheit; Geschliffenheit)
geraffineerdheid; de leepheid; het raffinement
- geraffineerdheid [znw.] nomen
- leepheid [de ~ (v)] nomen
- raffinement [het ~] nomen

Translation Matrix for Gerissenheit:

Noun	Related Translations	Other Translations
adremheid	Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Klugheit; Pfiffigkeit; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schneidigkeit; Spitzfindigkeit; Witzigkeit
arglist	Arglist; Gerissenheit; Hinterlist; Schlauheit; Verschlagenheit	Geschliffenheit; Listigkeit; Schlauheit
arglistigheid	Arglist; Gerissenheit; Hinterlist; Schlauheit; Verschlagenheit	Geschliffenheit; Listigkeit; Schlauheit
bijdehandheid	Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Klugheit; Pfiffigkeit; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schneidigkeit; Spitzfindigkeit; Witzigkeit
doortraptheid	Arglist; Falschheit; Gerissenheit; Gewiegtheit; Hinterlist; Listigkeit; Niederträchtigkeit; Pfiffigkeit; Schlauheit; Verschlagenheit	Abgefeimtheit; Durchtriebenheit; Geriebenheit
geraffineerdheid	Finesse; Gerissenheit; Geschliffenheit; Raffinement; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Verschlagenheit	Abgefeimtheit; Durchtriebenheit; Geriebenheit
geslepenheid	Geriebenheit; Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Verschlagenheit	Abgefeimtheit; Durchtriebenheit; Geriebenheit; Geschliffenheit; Listigkeit; Schlauheit
gevatheid	Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Klugheit; Pfiffigkeit; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schneidigkeit; Spitzfindigkeit; Witzigkeit
gewiekstheid	Falschheit; Geriebenheit; Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Gewiegtheit; Hinterlist; Listigkeit; Niederträchtigkeit; Pfiffigkeit; Schlauheit; Verschlagenheit	Abgefeimtheit; Durchtriebenheit; Geriebenheit
gladheid	Falschheit; Gerissenheit; Gewiegtheit; Hinterlist; Listigkeit; Niederträchtigkeit; Pfiffigkeit; Schlauheit	Abgefeimtheit; Durchtriebenheit; Geriebenheit; Glätte
leepheid	Finesse; Gerissenheit; Geschliffenheit; Raffinement; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Verschlagenheit	Abgefeimtheit; Durchtriebenheit; Geriebenheit; Geschliffenheit; Listigkeit; Schlauheit
list	Dreistigkeit; Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Kniff; List; Pfiffigkeit; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Trick; Witzigkeit	Kniff; Kunstgriff; Manöver; Trick
listigheid	Falschheit; Gerissenheit; Gewiegtheit; Hinterlist; Listigkeit; Niederträchtigkeit; Pfiffigkeit; Schlauheit	Geschliffenheit; Listigkeit; Schlauheit
puntig zijn	Geriebenheit; Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Gewiegtheit; Schlagfertigkeit; Schneidigkeit; Schärfe; Spitzigkeit; Verschlagenheit
puntigheid	Geriebenheit; Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Gewiegtheit; Schlagfertigkeit; Schneidigkeit; Schärfe; Spitzigkeit; Verschlagenheit
raffinement	Finesse; Gerissenheit; Geschliffenheit; Raffinement; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Verschlagenheit	Feinheit; Finesse; Raffinement
scherpheid	Geriebenheit; Gerissenheit; Geschliffenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Gewiegtheit; Intellekt; Klugheit; Scharfsinn; Scharfsinnigkeit; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schneidigkeit; Schärfe; Spitzfindigkeit; Spitzigkeit; Spürsinn; Verschlagenheit; Verstand
scherpte	Geriebenheit; Gerissenheit; Geschliffenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Gewiegtheit; Intellekt; Klugheit; Scharfsinn; Scharfsinnigkeit; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schneidigkeit; Schärfe; Spitzfindigkeit; Spitzigkeit; Spürsinn; Verschlagenheit; Verstand	Schneidigkeit; Schnittkante; Schärfe
scherpzinnigheid	Geriebenheit; Gerissenheit; Geschliffenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Intellekt; Klugheit; Scharfsinn; Scharfsinnigkeit; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schneidigkeit; Spitzfindigkeit; Spürsinn; Verschlagenheit; Verstand	Ader; Begabtheit; Begabung; Fähigkeit; Gabe; Genialität; Genie; Geschicklichkeit; Händchen; Kapazität; Leistung; Leistungsfähigkeit; Leistungsvermögen; Potential; Talent; Veranlagung
schranderheid	Geriebenheit; Gerissenheit; Geschliffenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Intellekt; Klugheit; Scharfsinn; Scharfsinnigkeit; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schneidigkeit; Spitzfindigkeit; Spürsinn; Verschlagenheit; Verstand	Intelligenz; Klugheit; Pfiffigkeit; Scharfsichtigkeit; Scharfsinn; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schlauigkeit; Verständnis
slimheid	Dreistigkeit; Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Kniff; List; Pfiffigkeit; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Trick; Witzigkeit	Intelligenz; Klugheit; Pfiffigkeit; Verständnis
slimmigheid	Gerissenheit; Gewieftheit; Pfiffigkeit
sluwe streek	Dreistigkeit; Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Kniff; List; Pfiffigkeit; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Trick; Witzigkeit
sluwheid	Falschheit; Gerissenheit; Gewiegtheit; Hinterlist; Listigkeit; Niederträchtigkeit; Pfiffigkeit; Schlauheit	Abgefeimtheit; Durchtriebenheit; Geriebenheit; Geschliffenheit; Listigkeit; Schlauheit
snedigheid	Gerissenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Klugheit; Pfiffigkeit; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schneidigkeit; Spitzfindigkeit; Witzigkeit
snoodheid	Falschheit; Gerissenheit; Gewiegtheit; Hinterlist; Listigkeit; Niederträchtigkeit; Pfiffigkeit; Schlauheit	Niederträchtigkeit; Niedrtracht
spitsheid	Geriebenheit; Gerissenheit; Geschliffenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Gewiegtheit; Intellekt; Klugheit; Scharfsinn; Scharfsinnigkeit; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schneidigkeit; Schärfe; Spitzfindigkeit; Spitzigkeit; Spürsinn; Verschlagenheit; Verstand
spitsvondigheid	Geriebenheit; Gerissenheit; Geschliffenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Intellekt; Klugheit; Pfiffigkeit; Scharfsinn; Scharfsinnigkeit; Schlagfertigkeit; Schlauheit; Schneidigkeit; Spitzfindigkeit; Spürsinn; Verschlagenheit; Verstand

Wiktionary Translations for Gerissenheit:

Cross Translation:

From	To	Via
• Gerissenheit	→ sluwheid	↔ cunning — skill of being sly or deceitful
• Gerissenheit	→ slinksheid; bedrog; valsheid	↔ guile — astuteness, cunning

Remove Ads

German and Dutch Search Results for: Gerissenheit

Detailed Translations for Gerissenheit from German to Dutch

Gerissenheit:

Gerissenheit [die ~] nomen

die Gerissenheit (List; Trick; Spitzfindigkeit; Kniff; Pfiffigkeit; Gewandtheit; Dreistigkeit; Schlauheit; Witzigkeit; Gewieftheit)

die Gerissenheit (Scharfsinnigkeit; Klugheit; Gewandtheit; Schlagfertigkeit; Verstand; Scharfsinn; Intellekt; Spürsinn; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Schneidigkeit; Verschlagenheit; Gewieftheit; Geschliffenheit; Geriebenheit)

die Gerissenheit (Pfiffigkeit; Gewieftheit)

die Gerissenheit (Gewandtheit; Verschlagenheit; Gewieftheit; Geriebenheit)

die Gerissenheit (Spitzigkeit; Schärfe; Gewandtheit; Schlagfertigkeit; Schneidigkeit; Verschlagenheit; Gewieftheit; Geriebenheit; Gewiegtheit)

die Gerissenheit (Schlauheit; Pfiffigkeit; Falschheit; Hinterlist; Listigkeit; Niederträchtigkeit; Gewiegtheit)

die Gerissenheit (Arglist; Schlauheit; Hinterlist; Verschlagenheit)

die Gerissenheit (Schlagfertigkeit; Klugheit; Gewandtheit; Schlauheit; Witzigkeit; Pfiffigkeit; Spitzfindigkeit; Schneidigkeit; Gewieftheit)

die Gerissenheit (Finesse; Schlauheit; Raffinement; Spitzfindigkeit; Verschlagenheit; Geschliffenheit)

Translation Matrix for Gerissenheit:

Wiktionary Translations for Gerissenheit: