Summary
German to Dutch: more detail...
-
Falschfahrer:
-
Wiktionary:
Falschfahrer → spookrijder -
Synonyms for "Falschfahrer":
Geisterfahrer
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for Falschfahrer from German to Dutch
Falschfahrer: (*Using Word and Sentence Splitter)
- falsch: fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; vals; ongepast; onecht; nagemaakt; bedriegelijk; gefingeerd; onkies; onvertogen; slecht; kwaadwillig; met slechte intentie; valselijk; abuis; niet echt; laag; laaghartig; onedel; niet hoog; laag-bij-de-grond; grof; link; plat; lomp; banaal; triviaal; vunzig; schunnig; platvloers; arglistig; tweetongig
- Fahrer: chauffeur; bestuurder; rijder; wagenbestuurder; politicus; koetsier; drijver; voerman; wagenmenner
- fälsch: nep; vervalst
Falschfahrer:
Synonyms for "Falschfahrer":
Wiktionary Translations for Falschfahrer:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Falschfahrer | → spookrijder | ↔ conducteur fantôme — Belgique|fr Conducteur roulant à contre-sens, principalement sur une autoroute. |