German
Detailed Translations for Trivialname from German to Dutch
Trivialname: (*Using Word and Sentence Splitter)
- trivial: onbelangrijk; nietszeggend; triviaal; onbeduidend; onbenullig; futiel; onbetekenend; nietsbetekenend; weinigzeggend; gewoon; eenvoudig; alledaags; ordinair; niets bijzonders; laag; grof; plat; lomp; banaal; vunzig; schunnig; platvloers; vuig; niet hoog; laag-bij-de-grond; ploertig
- Name: naam; reputatie; roep; faam; niveau; aanzien; achting
Spelling Suggestions for: Trivialname
- Searching for suggestions...
External Machine Translations:
Dutch
Suggestions for Trivialname in Dutch
Spelling Suggestions for: Trivialname
- Searching for suggestions...
External Machine Translations: