Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Wagentür

German and Dutch Search Results for: Wagentür

Summary

German to Dutch: more detail...

Wagentür:
- Wiktionary:
  Wagentür → autodeur, portier

German

Detailed Translations for Wagentür from German to Dutch

Wagentür: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

wagen: durven; wagen; avonturen; riskeren; avonturieren
Tür: deur; toegang; ingang; entree; inlaat
Wagen: auto; wagen; kar; vehikel; voertuig; rijtuig; durven; kinderwagen; karretje; wagentje; paardenwagen

Spelling Suggestions for: Wagentür

Wagenräder; Wagenrad; Wagenspur; Wagenpark; Wagenhaus; Wagen; wagen; wägen ab

Wiktionary Translations for Wagentür:

Cross Translation:

From	To	Via
• Wagentür	→ autodeur; portier	↔ portière — transport\|fr ouverture de la voiture, du wagon par où l’on monter et l’on descendre.

External Machine Translations:

Dutch

Suggestions for Wagentür in Dutch

Spelling Suggestions for: Wagentür

wagentje; wagentjes; wagenziek; wagenwiel; wagens; wagend; wagenpark; wagen

External Machine Translations: