Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: draußen

German and Dutch Search Results for: draußen

Summary

German to Dutch: more detail...

draußen:
- buiten; de natuur in; te velde; hierbuiten; buitenlands; uit een vreemd land; op het land; in de natuur
Wiktionary:
- draußen → uit, weg, buiten

German

Detailed Translations for draußen from German to Dutch

draußen:

draußen adj

draußen (in die Natur)
buiten; de natuur in; te velde
- buiten adj
- de natuur in adj
- te velde adj
draußen
hierbuiten
- hierbuiten adv
draußen (aus einem fremden Land; ausländisch; äußer; fremd; auswärtig)
buitenlands; uit een vreemd land
- buitenlands adj
- uit een vreemd land adj
draußen (im Freien; in der Natur)
op het land; te velde; in de natuur
- op het land adj
- te velde adj
- in de natuur adj

Translation Matrix for draußen:

Adjective	Related Translations	Other Translations
buitenlands	aus einem fremden Land; ausländisch; auswärtig; draußen; fremd; äußer	ausländisch; auswärtig; fremd; imAusland
Adverb	Related Translations	Other Translations
hierbuiten	draußen
Other	Related Translations	Other Translations
zonder		ohne
Modifier	Related Translations	Other Translations
buiten	ausgenommen; außer; draußen; in die Natur; ohne	ausgeschloßen; auswärts; außer Hause; unter Ausschluß von
de natuur in	draußen; in die Natur
in de natuur	draußen; im Freien; in der Natur
op het land	draußen; im Freien; in der Natur
te velde	draußen; im Freien; in der Natur; in die Natur	im Felde
uit een vreemd land	aus einem fremden Land; ausländisch; auswärtig; draußen; fremd; äußer
zonder	ausgenommen; außer; draußen; ohne

Synonyms for "draußen":

im Freien; unter freiem Himmel
außen; außerhalb; extern

Wiktionary Translations for draußen:

Cross Translation:

From	To	Via
• draußen	→ uit; weg	↔ out — away from expected or default place
• draußen	→ buiten	↔ out — away from the inside or the centre
• draußen	→ buiten	↔ outside — on or towards the outside

External Machine Translations:

Related Translations for draußen