Summary
German to Dutch: more detail...
- Gefrierschrank:
-
Wiktionary:
- Gefrierschrank → vriezer, diepvries, diepvriezer
- Gefrierschrank → vriezer, diepvriezer, diepvries
German
Detailed Translations for Gefrierschrank from German to Dutch
Gefrierschrank:
-
der Gefrierschrank (Eisschrank; Tiefkühlapparat; Gefrierapparat)
-
der Gefrierschrank (Tiefkühltruhe)
Translation Matrix for Gefrierschrank:
Noun | Related Translations | Other Translations |
diepvrieskast | Gefrierschrank; Tiefkühltruhe | |
diepvrieskist | Eisschrank; Gefrierapparat; Gefrierschrank; Tiefkühlapparat | |
diepvriezer | Eisschrank; Gefrierapparat; Gefrierschrank; Tiefkühlapparat | |
vrieskist | Eisschrank; Gefrierapparat; Gefrierschrank; Tiefkühlapparat | |
vriezer | Eisschrank; Gefrierapparat; Gefrierschrank; Tiefkühlapparat |
Synonyms for "Gefrierschrank":
Wiktionary Translations for Gefrierschrank:
Gefrierschrank
Cross Translation:
noun
Gefrierschrank
-
schrankförmiges Großelektrogerät zum einfrieren von verderblichen Waren, meist Lebensmitteln
- Gefrierschrank → vriezer
noun
-
een toestel bedoeld om voedingsmiddelen in bevroren toestand gebracht te bewaren
-
een toestel bedoeld om voedingsmiddelen in bevroren toestand gebracht, te bewaren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Gefrierschrank | → vriezer; diepvriezer; diepvries | ↔ freezer — stand-alone appliance |