Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Weiler

German and Dutch Search Results for: Weiler

Summary

German to Dutch: more detail...

Weiler:
- dorp; buurtschap
Wiktionary:
- Weiler → gehucht
- Weiler → gehucht, uithoek, negorij, buurtschap, vlek

German

Detailed Translations for Weiler from German to Dutch

Weiler:

Weiler [der ~] nomen

der Weiler (Dorf; Ort; Flecken)
het dorp; de buurtschap
- dorp [het ~] nomen
- buurtschap [de ~ (v)] nomen

Translation Matrix for Weiler:

Noun	Related Translations	Other Translations
buurtschap	Dorf; Flecken; Ort; Weiler	Dorf; Loch; Nest; Ort; Platz
dorp	Dorf; Flecken; Ort; Weiler

Synonyms for "Weiler":

Bauerschaft; Dörfchen; Rotte; Zinken; Gemeinde; Kommune
Dorf; Hintertupfing; Kaff; Kuhdorf; Kuhkaff; letztes Loch; Milchkanne; Nest; Posemuckel; Posemukel; Pusemuckel; Örtchen
Dorf; kleine Stadt

Wiktionary Translations for Weiler:

Weiler

noun

een aantal bij elkaar staande huizen op het platteland
- gehucht → Weiler

Cross Translation:

From	To	Via
• Weiler	→ gehucht; uithoek; negorij	↔ hamlet — small village
• Weiler	→ buurtschap; gehucht; vlek	↔ hameau — En milieu rural, groupe d’habitations à l’écart d’une commune, à laquelle il rattacher administrativement.