Summary
German to Dutch: more detail...
-
wegfallen:
-
Wiktionary:
wegfallen → laten -
Synonyms for "wegfallen":
ausbleiben; ausfallen; entfallen; unterbleiben; verschwinden
ausfallen; erledigen; erübrigen; flachfallen; hinfällig werden; nicht mehr nötig sein; überflüssig werden
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for wegfallen from German to Dutch
wegfallen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- weg: weg; ertussenuit; er op uit; verdwenen; foetsie; ervandoor; ervantussen; vertrokken; voort
- fallen: vallen; onderuitgaan; op zijn bek gaan; ten val komen; zakken; kelderen; vervallen; aftakelen; afzakken; afglijden; wegglijden; wegzinken; inzinken; afnemen; achteruitgaan; minder worden; declineren; slippen; uitglijden; uitschuiven; uitschieten; wegschieten; uitglibberen; onweren; donderen; duikelen; buitelen; ondergaan; opruimen; afdekken; zinken; afruimen; onder water gaan
- Fallen: vallen; tuimelen; terechtkomen; landing; afname; daling; val; terugloop; minder worden
- Weg: weg; baan; straat; straatweg; pad; paadje; jaagpad; trekpad
- fällen: hakken; kappen; vellen; omhakken; houwen; bomen kappen; omhouwen
Spelling Suggestions for: wegfallen
wegfallen:
Synonyms for "wegfallen":
External Machine Translations:
Dutch