Summary
German to Dutch: more detail...
-
Neugier:
-
Wiktionary:
Neugier → nieuwsgierigheid, wetenswaardigheden -
Synonyms for "Neugier":
Anteilnahme; Aufgeschlossenheit; Interesse; Neugierde; Offenheit; Teilnahme; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenschaft; Einstellung; Haltung; Merkmal; Zug
Wissbegierde; Wissensdurst
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for Neugier from German to Dutch
Neugier: (*Using Word and Sentence Splitter)
- neu: nieuw; pas gekocht; modern; hedendaags; eigentijds; recent; ongebruikt; onaangetast; onaangeroerd; ongeopend; onaangebroken
- Gier: zucht; verzuchting; gretigheid; graagte; begerige ijver; gierigheid; vraatzucht; gulzigheid; krenterigheid; vrekkigheid; hebzucht; begeerte; hebberigheid; begerigheid; hevig verlangen; vraatzuchtigheid; schrokachtigheid
Neugier:
Synonyms for "Neugier":
Wiktionary Translations for Neugier:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Neugier | → nieuwsgierigheid | ↔ curiosity — inquisitiveness; the tendency to ask questions, investigate, or explore |
| • Neugier | → wetenswaardigheden | ↔ curiosité — passion, désir, empressement de voir, d’apprendre des choses nouveau, intéressantes, rares, etc. |