Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Vorzeichen

German and Dutch Search Results for: Vorzeichen

Summary

German to Dutch: more detail...

Vorzeichen:
- voorloper; aanwijzing; voorbode; aankondiger; voorteken; voortekenen
Wiktionary:
- Vorzeichen → voorloper, teken, voorteken, prodromen

German

Detailed Translations for Vorzeichen from German to Dutch

Vorzeichen:

Vorzeichen [das ~] nomen

Vorzeichen (Vorbote; Anzeichen; Bote)
de voorloper; de aanwijzing; de voorbode; de aankondiger; het voorteken
- voorloper [de ~ (m)] nomen
- aanwijzing [de ~ (v)] nomen
- voorbode [de ~ (m)] nomen
- aankondiger [de ~ (m)] nomen
- voorteken [het ~] nomen
Vorzeichen
de voortekenen
- voortekenen [de ~] nomen, plural

Translation Matrix for Vorzeichen:

Noun	Related Translations	Other Translations
aankondiger	Anzeichen; Bote; Vorbote; Vorzeichen
aanwijzing	Anzeichen; Bote; Vorbote; Vorzeichen	Angabe; Anhaltspunkt; Anknüpfungspunkt; Anspielung; Anweisung; Anweizung; Fingerzeig; Hinweis; Indikation; Indiz; Instruktion; Richtlinie; Schimmer; Spur; Stichwort; Tip; Verweisung; Wink
voorbode	Anzeichen; Bote; Vorbote; Vorzeichen
voorloper	Anzeichen; Bote; Vorbote; Vorzeichen
voorteken	Anzeichen; Bote; Vorbote; Vorzeichen
voortekenen	Vorzeichen

Synonyms for "Vorzeichen":

Anzeichen; Anzeiger; Beleg; Hinweis; Indikator; Vorbote
Signal; Symbol; Zeichen
Anklang; Vorgeschmack

Wiktionary Translations for Vorzeichen:

Cross Translation:

From	To	Via
• Vorzeichen	→ voorloper	↔ precursor — forerunner, predecessor
• Vorzeichen	→ teken	↔ sign — positive or negative polarity
• Vorzeichen	→ voorteken; teken	↔ sign — omen
• Vorzeichen	→ prodromen	↔ prodrome — médecine\|fr signe avant-coureur, symptôme précédant une crise, une maladie.