Summary
German to Dutch: more detail...
-
benetzen:
-
Wiktionary:
benetzen → drenken, bedelven, overstelpen, verpletteren, bevochtigen, vochtig maken, bevloeien, irrigeren, gieten, begieten, sproeien, besproeien, wateren, water geven
-
Wiktionary:
German
Suggestions for benetzen in German
Spelling Suggestions for: benetzen
Wiktionary Translations for benetzen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• benetzen | → drenken; bedelven; overstelpen; verpletteren; bevochtigen; vochtig maken; bevloeien; irrigeren; gieten; begieten; sproeien; besproeien; wateren; water geven | ↔ abreuver — faire boire (un animal, particulièrement un cheval). |
• benetzen | → bevloeien; gieten; begieten; sproeien; besproeien; wateren; water geven | ↔ arroser — humecter, mouiller quelque chose en versant de l’eau dessus, ou quelque autre liquide. |
External Machine Translations:
Dutch