Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Angesicht

German and Dutch Search Results for: Angesicht

Summary

German to Dutch: more detail...

Angesicht:
- voorkant; aangezicht; voorzijde; front
Wiktionary:
- Angesicht → aangezicht, gezicht, gelaat, toet, facie, porem

German

Detailed Translations for Angesicht from German to Dutch

Angesicht:

Angesicht [das ~] nomen

Angesicht (Vorseite; Vorderseite; Front; Fassade)
de voorkant; het aangezicht; de voorzijde; het front
- voorkant [de ~ (m)] nomen
- aangezicht [het ~] nomen
- voorzijde [de ~] nomen
- front [het ~] nomen

Translation Matrix for Angesicht:

Noun	Related Translations	Other Translations
aangezicht	Angesicht; Fassade; Front; Vorderseite; Vorseite	Anblick; Ansicht; Antlitz; Aussehen; Erscheinung; Erscheinungsform; Gesicht; Gestalt; Schauspiel; Statur; Szene; Äußere
front	Angesicht; Fassade; Front; Vorderseite; Vorseite	Fassade; Freitreppe; Front; Frontlinie; Gefechtslinie; Ladenfront; Vorderansicht; Vorderrand; Vorderseite; untere Front
voorkant	Angesicht; Fassade; Front; Vorderseite; Vorseite	Fassade; Freitreppe; Front; Ladenfront; Vorderansicht; Vorderrand; untere Front
voorzijde	Angesicht; Fassade; Front; Vorderseite; Vorseite	Fassade; Front; Gesicht; Giebel; Spitze; Vordere Giebel; Vorderrand; Vorderseite; vordere Ende

Synonyms for "Angesicht":

Antlitz; Fratze; Fresse; Gesicht; Visage

Wiktionary Translations for Angesicht:

Cross Translation:

From	To	Via
• Angesicht	→ aangezicht; gezicht; gelaat	↔ face — part of head
• Angesicht	→ gezicht; gelaat; aangezicht; toet; facie; porem	↔ visage — Face humaine