Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Neujahr

German and Dutch Search Results for: Neujahr

Summary

German to Dutch: more detail...

Neujahr:
- Wiktionary:
  Neujahr → Nieuwjaar
  Neujahr → Nieuwjaar
- User Contributed Translations for Neujahr:
  nieuwjaar
- Synonyms for "Neujahr":
  1. Januar; 1. Jänner; Jahresanfang; Jahresbeginn; Neujahrstag

German

Detailed Translations for Neujahr from German to Dutch

Neujahr: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

neu: nieuw; pas gekocht; modern; hedendaags; eigentijds; recent; ongebruikt; onaangetast; onaangeroerd; ongeopend; onaangebroken
Jahr: jaar; tijdsperiode

Neujahr:

Synonyms for "Neujahr":

1. Januar; 1. Jänner; Jahresanfang; Jahresbeginn; Neujahrstag

Wiktionary Translations for Neujahr:

Neujahr

noun

erster Tag des neuen Jahres, Feiertag, 1. Januar
- Neujahr → Nieuwjaar

Neujahr

noun

de feestdag ter gelegenheid van het begin van een nieuw jaar van de gebruikte kalender
- Nieuwjaar → Neujahr

Cross Translation:

From	To	Via
• Neujahr	→ Nieuwjaar	↔ New Year — January 1 in the Julian and Gregorian calendar and the days following