Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Rasse

German and Dutch Search Results for: Rasse

Summary

German to Dutch: more detail...

Rasse:
- rassen; stam; volksstam
Wiktionary:
- Rasse → ras
- Rasse → variëteit, ras, afkomst

German

Detailed Translations for Rasse from German to Dutch

Rasse:

Rasse [die ~] nomen

die Rasse
de rassen
- rassen [de ~] nomen, plural
die Rasse (Volksstamm; Stamm; Art; Familie; Gattung; Geschlecht; Dynastie; Stammbuch)
de stam; de volksstam
- stam [de ~ (m)] nomen
- volksstam [de ~ (m)] nomen

Translation Matrix for Rasse:

Noun	Related Translations	Other Translations
rassen	Rasse
stam	Art; Dynastie; Familie; Gattung; Geschlecht; Rasse; Stamm; Stammbuch; Volksstamm	Stamm; Stammform; Stammwort
volksstam	Art; Dynastie; Familie; Gattung; Geschlecht; Rasse; Stamm; Stammbuch; Volksstamm

Wiktionary Translations for Rasse:

Rasse

noun

Biologie: Untergruppe einer Art mit besonders vielen gemeinsamen phänotypischen Merkmalen
- Rasse → ras

Rasse

noun

groep waarin mensen, dieren of planten op basis van bepaalde eigenschappen worden verdeeld: het gele ras, het zwarte ras, het blanke ras
- ras → Rasse

Cross Translation:

From	To	Via
• Rasse	→ variëteit	↔ breed — all animals or plants of the same species or subspecies
• Rasse	→ ras; afkomst	↔ race — a large group of people set apart from others on the basis of a common heritage
• Rasse	→ ras	↔ race — a breed or strain of domesticated animal
• Rasse	→ ras	↔ ras — groep waarin mensen, dieren of planten op basis van bepaalde eigenschappen worden verdeeld: het gele ras, het zwarte ras, het blanke ras
• Rasse	→ ras	↔ race — (vieilli) lignée, ensemble des ascendants et des descendants d’une même famille.