German

Detailed Translations for wegen from German to Dutch

wegen:

wegen adj

  1. wegen (hinsichtlich)
    wegens; vanwege
    – om een reden aan te geven 1
    • wegens adj
      • wegens de vakantie zijn we gesloten1
    • vanwege adj
      • vanwege de regen gaat de wedstrijd niet door1
    om
  2. wegen

Translation Matrix for wegen:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
om hinsichtlich; wegen rund; um; um herum
om dit wegen
vanwege hinsichtlich; wegen
wegens hinsichtlich; wegen

Synonyms for "wegen":


Wiktionary Translations for wegen:

wegen
  1. Präposition mit Genitiv, (umgangssprachlich) auch mit Dativ; Bezeichnung des Grundes: auf Grund, verursacht durch, auf Veranlassung von, mit Rücksicht auf
  2. ‚von … wegen‘: Herkunft eines Besitzes, Auftrages, Vollmacht etc.
  3. meinet-/deinet-/seinet-/unsret-/euret-/ihretwegen (umgangssprachlich): ‚wegen mir/dir/ihm/uns/euch/ihnen‘
  4. Postposition mit Genitiv: Bezeichnung des Grundes
wegen
preposition
  1. door een bepaalde reden
  2. een reden inleidend

Cross Translation:
FromToVia
wegen vanwege; door after — as a result of
wegen vanwege; wegens because of — on account of, by reason of, for the purpose of
wegen wegens for — because of
wegen ter wille van for the sake of — because of
wegen omwille van à cause de — En conséquence de ; en considération de ; pour l’amour de.

Related Translations for wegen



Dutch

Detailed Translations for wegen from Dutch to German

wegen:

wegen [de ~] nomen, plural

  1. de wegen (rijwegen)
    der Wege; die Straßen; die Strecken

wegen verb (weeg, weegt, woog, wogen, gewogen)

  1. wegen
    – nagaan hoe zwaar het/hij is 1
    wiegen
    • wiegen verb (wiege, wiegst, wiegt, wiegte, wiegtet, gewiegt)

Conjugations for wegen:

o.t.t.
  1. weeg
  2. weegt
  3. weegt
  4. wegen
  5. wegen
  6. wegen
o.v.t.
  1. woog
  2. woog
  3. woog
  4. wogen
  5. wogen
  6. wogen
v.t.t.
  1. heb gewogen
  2. hebt gewogen
  3. heeft gewogen
  4. hebben gewogen
  5. hebben gewogen
  6. hebben gewogen
v.v.t.
  1. had gewogen
  2. had gewogen
  3. had gewogen
  4. hadden gewogen
  5. hadden gewogen
  6. hadden gewogen
o.t.t.t.
  1. zal wegen
  2. zult wegen
  3. zal wegen
  4. zullen wegen
  5. zullen wegen
  6. zullen wegen
o.v.t.t.
  1. zou wegen
  2. zou wegen
  3. zou wegen
  4. zouden wegen
  5. zouden wegen
  6. zouden wegen
diversen
  1. weeg!
  2. weegt!
  3. gewogen
  4. wegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wegen:

NounRelated TranslationsOther Translations
Straßen rijwegen; wegen
Strecken rijwegen; wegen Uitrekken; baanvakken
Wege rijwegen; wegen
VerbRelated TranslationsOther Translations
wiegen wegen deinen; golven; schommelen; wiegelen; wiegen; wuiven; zwaaien

Related Words for "wegen":


Related Definitions for "wegen":

  1. dat gewicht hebben1
    • deze zak weegt 10 kilo1
  2. nagaan hoe zwaar het/hij is1
    • hij weegt zich elke dag1

Wiktionary Translations for wegen:

wegen
verb
  1. het gewicht/de massa bepalen
  2. een bepaald gewicht/massa als eigenschap hebben
wegen
  1. (transitiv) das Gewicht von jemandem oder etwas messen
  2. (intransitiv) ein bestimmtes Gewicht besitzen
verb
  1. schweizerisch, sonst veraltet oder fachsprachlich, transitiv: das Gewicht von etwas mit einer Waage bestimmen

Cross Translation:
FromToVia
wegen wiegen weigh — to determine the weight of an object
wegen gewichten weight — in mathematics
wegen schwer sein; wiegen; wägen; abwägen peserappuyer fortement sur une chose, faire sentir son poids.

weg:

weg adv

  1. weg (ksst; vort; heen)
    futsch; ksst
  2. weg (vanaf deze plaats; uit)
  3. weg (ertussenuit; er op uit)
    weg; hinaus
  4. weg (verdwenen; foetsie)
    – wat je niet meer kunt vinden 1
  5. weg (vermist; verloren; zoek; kwijt)
    – wat je niet meer kunt vinden 1

weg [de ~ (m)] nomen

  1. de weg (straatweg; straat; baan)
    – strook grond die geschikt is voor verkeer 1
    die Straße; der Weg; die Bahn; die Strecke; die Chaussee
  2. de weg (traject; route; afstand; )
    – route die je moet volgen om er te komen 1
    die Strecke; die Teilstrecke

Translation Matrix for weg:

NounRelated TranslationsOther Translations
Bahn baan; straat; straatweg; weg baan; draaicirkel; draaiing; loopbaan; omwenteling; rails; rotatie; spoor; spoorbaan; spoorweg; toer; weg van hemellichaam; wenteling
Chaussee baan; straat; straatweg; weg autoweg; snelweg; verkeersweg
Straße baan; straat; straatweg; weg baan; gedeelte van de weg; pokerterm voor straat; rijbaan; rijstrook; rijweg; straat
Strecke afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; straat; straatweg; tournee; traject; weg baan; etappe; parcours; parcoursetappe
Teilstrecke afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg
Weg baan; straat; straatweg; weg jaagpad; paadje; pad; trekpad
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- absent; kwijt
ModifierRelated TranslationsOther Translations
davon foetsie; verdwenen; weg daarvan; ervan
futsch heen; ksst; vort; weg voort
hinaus er op uit; ertussenuit; weg
ksst heen; ksst; vort; weg
vergangen kwijt; verloren; vermist; weg; zoek
verloren kwijt; verloren; vermist; weg; zoek loos; zoekgeraakt
verschwunden foetsie; kwijt; verdwenen; verloren; vermist; weg; zoek voort
von hier uit; vanaf deze plaats; weg
weg er op uit; ertussenuit; foetsie; verdwenen; weg ervandoor; ervantussen; vertrokken; voort

Related Words for "weg":

  • weggen, wegen, wegs, wegje, wegjes

Synonyms for "weg":


Antonyms for "weg":


Related Definitions for "weg":

  1. niet (meer) aanwezig1
    • de les is afgelopen en de leraar is al weg1
  2. wat je niet meer kunt vinden1
    • ik heb overal gezocht maar mijn pen is weg1
  3. er verrukt van zijn, het prachtig vinden1
    • ik ben weg van die gebloemde gordijnen1
  4. route die je moet volgen om er te komen1
    • weet u de weg naar Zaandam?1
  5. strook grond die geschikt is voor verkeer1
    • die weg loopt van Amsterdam naar Amstelveen1

Wiktionary Translations for weg:

weg
noun
  1. een smalle strook grond voor het verkeer
  2. zijn weg vinden
weg
noun
  1. einfache, oft geringer befestigen aber auch unbefestigte, als allgemeiner Weg nicht klassifizierte Verkehrslinie zum Begehen oder Befahren

Cross Translation:
FromToVia
weg abwesend absent — being away from a place
weg Allee avenue — broad street
weg Reiseroute itinerary — route or proposed route of a journey
weg weg; davon off — in a direction away from the speaker or object
weg heraus; hinaus; draußen out — away from expected or default place
weg Weg path — a course taken
weg Straße; Straßen; Weg; Route road — a way for travel
weg Weg way — wide path
weg Pfad; Bahn; Chaussee; Strecke; Weg cheminvoie, route pratiquer pour communiquer, pour aller d’un lieu à un autre.
weg weit; entfernt; hinweg loin — Se trouvant à une grande distance (sens général)
weg Medikament; Heilmittel; Arzeneimittel; Medizin remède — médecine|fr substance qui sert à guérir un mal ou une maladie.
weg Mittel; Lebensmittel; Ausflucht ressource — Traductions à trier suivant le sens

Related Translations for wegen