Interglot - Entartung: German and Dutch Search Results found in the Interglot Translation Dictionary

Summary

German to Dutch: more detail...

Entartung:
- verbastering; verbasterd woord; decadentie; verwording; degeneratie; ontaarding; verval; verwildering; degenerering
Wiktionary:
- Entartung → degeneratie
- Entartung → kleinering, debâcle, ondergang, verval, rampspoed, tegenspoed, achteruitgang, verflauwing, vermindering, besnoeiing, daling, verlaging, verzakking, val, vernedering, verootmoediging, degradatie, degeneratie, ontaarding, verwording

German

Detailed Translations for Entartung from German to Dutch

die Entartung (Entstellung)
de verbastering; verbasterd woord
- verbastering [de ~ (v)] nomen
- verbasterd woord [znw.] nomen
die Entartung (Dekadenz; Niedergang; Untergang; Verfall)
de decadentie; de verwording
- decadentie [de ~ (v)] nomen
- verwording [de ~ (v)] nomen
die Entartung
de degeneratie; de ontaarding; de verwording
- degeneratie [de ~ (v)] nomen
- ontaarding [de ~ (v)] nomen
- verwording [de ~ (v)] nomen
die Entartung (Verfall; Verluderung; Verderb)
het verval; de verwording
- verval [het ~] nomen
- verwording [de ~ (v)] nomen
die Entartung (Verwilderung; Degeneration)
de verwildering
- verwildering [de ~ (v)] nomen
die Entartung (Degeneration)
degenerering
- degenerering [znw.] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
decadentie	Dekadenz; Entartung; Niedergang; Untergang; Verfall
degeneratie	Entartung
degenerering	Degeneration; Entartung
ontaarding	Entartung
verbasterd woord	Entartung; Entstellung
verbastering	Entartung; Entstellung
verval	Entartung; Verderb; Verfall; Verluderung	Niedergang; Rückgang; Untergang; Verfall
verwildering	Degeneration; Entartung; Verwilderung
verwording	Dekadenz; Entartung; Niedergang; Untergang; Verderb; Verfall; Verluderung	Abfaulen; Auflösung; Verfall; Verwesung

Entartung

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Entartung	→ kleinering; debâcle; ondergang; verval; rampspoed; tegenspoed; achteruitgang; verflauwing; vermindering; besnoeiing; daling; verlaging; verzakking; val; vernedering; verootmoediging; degradatie; degeneratie; ontaarding; verwording	↔ abaissement — action d’abaisser, de s’abaisser, ou résultat de cette action.
• Entartung	→ degeneratie; ontaarding; verwording	↔ abâtardissement — État ou fait de ce qui est abâtardir, au propre comme au figuré.