German
Detailed Translations for erwerbsmäßig from German to Dutch
erwerbsmäßig: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Erwerb: inkoop; kopen; aankoop; afname; koop; acquisitie; aanschaf; verwerving; verkrijging; vak; ambacht; stiel; métier; broodwinning; kostwinning
- sämig: smeuïg; dikkig
- mäßig: matig; middelmatig; zwak; min; onbeduidend; zwakjes; niet al te best; eenvoudig; sober