Summary
German to Dutch: more detail...
- zerfallen:
- Zerfallen:
-
Wiktionary:
- zerfallen → vergaan, ontbinden, verrotten, uiteenvallen, desintegreren
German
Detailed Translations for zerfallen from German to Dutch
zerfallen:
-
zerfallen (baufällig werden; verfallen; verkommen; zusammenfallen)
vervallen; bouwvallig worden-
bouwvallig worden verb (word bouwvallig, wordt bouwvallig, werd bouwvallig, werden bouwvallig, bouwvallig geworden)
-
zerfallen (vergehen; zurückgehen; zurücklaufen)
achteruitgaan; teruggaan; instorten; verteren; bezwijken; verrotten; wegrotten; tenondergaan; vergaan; zinken-
achteruitgaan verb (ga achteruit, gaat achteruit, ging achteruit, gingen achteruit, achteruitgegaan)
-
-
zerfallen (auflösen; trennen; auseinanderfallen; zersetzen; lösen; spalten; zerlegen; aufteilen; herauslösen)
uiteenvallen; desintegreren; uit elkaar vallen-
desintegreren verb
-
uit elkaar vallen verb (val uit elkaar, valt uit elkaar, viel uit elkaar, vielen uit elkaar, uit elkaar gevallen)
-
zerfallen (entzweigehen)
aan stukken vallen; stukvallen-
aan stukken vallen verb (val aan stukken, valt aan stukken, viel aan stukken, vielen aan stukken, aan stukken gevallen)
-
Conjugations for zerfallen:
Präsens
- zerfalle
- zerfälst
- zerfält
- zerfallen
- zerfallt
- zerfallen
Imperfekt
- zerfiel
- zerfielst
- zerfiel
- zerfielen
- zerfieltet
- zerfielen
Perfekt
- bin zerfallen
- bist zerfallen
- ist zerfallen
- sind zerfallen
- seid zerfallen
- sind zerfallen
1. Konjunktiv [1]
- zerfalle
- zerfallest
- zerfalle
- zerfallen
- zerfallet
- zerfallen
2. Konjunktiv
- zerfiele
- zerfielest
- zerfiele
- zerfielen
- zerfielt
- zerfielen
Futur 1
- werde zerfallen
- wirst zerfallen
- wird zerfallen
- werden zerfallen
- werdet zerfallen
- werden zerfallen
1. Konjunktiv [2]
- würde zerfallen
- würdest zerfallen
- würde zerfallen
- würden zerfallen
- würdet zerfallen
- würden zerfallen
Diverses
- zerfall!
- zerfallt!
- zerfallen Sie!
- zerfallen
- zerfallend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Translation Matrix for zerfallen:
Synonyms for "zerfallen":
Wiktionary Translations for zerfallen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zerfallen | → vergaan; ontbinden; verrotten | ↔ decompose — to decay |
• zerfallen | → uiteenvallen; desintegreren | ↔ disintegrate — break up into one's parts |
Zerfallen:
-
Zerfallen (Auflösen)
Translation Matrix for Zerfallen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ontbinden | Auflösen; Zerfallen | |
uiteen halen | Auflösen; Zerfallen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
ontbinden | abbrechen; abfaulen; abreißen; anbrechen; aufdröseln; aufheben; aufknoten; aufknöpfen; auflösen; aufmachen; auseinanderfasern; ausfasern; ausfaulen; ausfransen; ausfädeln; beenden; brechen; entbinden; entfesseln; entknoten; entkoppeln; enträtseln; entwirren; freilassen; lösen; scheiden; trennen; unterbrechen; verfaulen; wegfaulen; zerbrechen; zerlegen; zerreißen |