Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Ausbeutung

German and Dutch Search Results for: Ausbeutung

Summary

German to Dutch: more detail...

Ausbeutung:
- exploitatie; uitbuiting; uitzuiging; ontginningen; ontsluitingen; openleggingen; benutting
Wiktionary:
- Ausbeutung → uitbuiting

German

Detailed Translations for Ausbeutung from German to Dutch

Ausbeutung:

Ausbeutung [die ~] nomen

die Ausbeutung (Abbau)
de exploitatie; de uitbuiting; de uitzuiging
- exploitatie [de ~ (v)] nomen
- uitbuiting [de ~ (v)] nomen
- uitzuiging [de ~ (v)] nomen
die Ausbeutung (Urbarmachung)
de ontginningen; de ontsluitingen; de openleggingen
- ontginningen [de ~] nomen, plural
- ontsluitingen [de ~] nomen, plural
- openleggingen [de ~] nomen, plural
die Ausbeutung (Verwertung)
de benutting
- benutting [de ~ (v)] nomen

Translation Matrix for Ausbeutung:

Noun	Related Translations	Other Translations
benutting	Ausbeutung; Verwertung
exploitatie	Abbau; Ausbeutung	Ausbeuten; Ausnutzen
ontginningen	Ausbeutung; Urbarmachung
ontsluitingen	Ausbeutung; Urbarmachung
openleggingen	Ausbeutung; Urbarmachung
uitbuiting	Abbau; Ausbeutung
uitzuiging	Abbau; Ausbeutung

Synonyms for "Ausbeutung":

Ausbeuterei; Ausplünderei; Ausplünderung; Exploitation

Wiktionary Translations for Ausbeutung:

Ausbeutung

noun

het gebruik van iemand maken zonder daar naar waarde voor te belonen
- uitbuiting → Ausbeutung