Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Entsagung

German and Dutch Search Results for: Entsagung

Summary

German to Dutch: more detail...

Entsagung:
- nalatigheid; verzaking; verzuim
Wiktionary:
- Entsagung → gelatenheid, onderwerping, eenzaamheid, losheid, ongegeneerdheid, vrijmoedigheid, afstand, berusting, verlating, verlatenheid, woestheid, afstaan, cessie, concessie, toegeving, verloochening, verzaking, ontkenning, abnegatie, zelfverloochening

German

Detailed Translations for Entsagung from German to Dutch

Entsagung:

Entsagung [die ~] nomen

die Entsagung (Nachlässigkeit; Versäumnis; Fahrlässigkeit; Verzug; Verzüge; Unterlassung; Absage; Auslassung; Vernachlässigung; Schlamperei; Säumnis; Fehlgriff; Verleugnung; Säumigkeit)
de nalatigheid; de verzaking; het verzuim
- nalatigheid [de ~ (v)] nomen
- verzaking [de ~ (v)] nomen
- verzuim [het ~] nomen

Translation Matrix for Entsagung:

Noun	Related Translations	Other Translations
nalatigheid	Absage; Auslassung; Entsagung; Fahrlässigkeit; Fehlgriff; Nachlässigkeit; Schlamperei; Säumigkeit; Säumnis; Unterlassung; Verleugnung; Vernachlässigung; Versäumnis; Verzug; Verzüge
verzaking	Absage; Auslassung; Entsagung; Fahrlässigkeit; Fehlgriff; Nachlässigkeit; Schlamperei; Säumigkeit; Säumnis; Unterlassung; Verleugnung; Vernachlässigung; Versäumnis; Verzug; Verzüge
verzuim	Absage; Auslassung; Entsagung; Fahrlässigkeit; Fehlgriff; Nachlässigkeit; Schlamperei; Säumigkeit; Säumnis; Unterlassung; Verleugnung; Vernachlässigung; Versäumnis; Verzug; Verzüge	Abwesenheit; Versäumnis; Verzug

Synonyms for "Entsagung":

Abstinenz; Askese; Aszese; Enthaltsamkeit; Enthaltung; Mäßigung; Zurückhaltung
Abkehr; Abschwören; Abschwörung

Wiktionary Translations for Entsagung:

Cross Translation:

From	To	Via
• Entsagung	→ gelatenheid; onderwerping; eenzaamheid; losheid; ongegeneerdheid; vrijmoedigheid; afstand; berusting; verlating; verlatenheid; woestheid; afstaan; cessie; concessie; toegeving	↔ abandon — à trier
• Entsagung	→ verloochening; verzaking; ontkenning; abnegatie; zelfverloochening	↔ abnégation — renoncement, sacrifice.
• Entsagung	→ abnegatie; zelfverloochening; verloochening	↔ renoncement — Action de renoncer.