Summary
German to Dutch: more detail...
-
abschwatzen:
-
Wiktionary:
abschwatzen → aftroggelen -
Synonyms for "abschwätzen":
abbringen; abhalten; abraten; abreden; ausreden; dissuadieren
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for abschwatzen from German to Dutch
Spelling Suggestions for: abschwatzen
abschwätzen:
Synonyms for "abschwätzen":
Wiktionary Translations for abschwatzen:
abschwatzen
verb
-
door aanhoudende vriendelijke bede en zoet gevlei ietst van iemand verkrijgen, op slinkse manier loskrijgen
External Machine Translations: