Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Angel

German and Dutch Search Results for: Angel

Summary

German to Dutch: more detail...

Angel:
- scharnier; hengsel; weerhaak; vishaak; angel; werphengel
Wiktionary:
- Angel → hengelroede, hengel, hengsel, scharnier, cruciaal, doorslaggevend, staf, stok, omweg, haak, haken

Dutch to German: more detail...

angel:
- Haken; Angelhaken; Widerhaken; Angel
Wiktionary:
- angel → Stachel, Wehrstachel, Angelhaken
- angel → Angelhaken

German

Detailed Translations for Angel from German to Dutch

Angel:

Angel [die ~] nomen

die Angel (Scharnier)
het scharnier; het hengsel
- scharnier [het ~] nomen
- hengsel [het ~] nomen
die Angel (Angelhaken; Haken; Widerhaken)
de weerhaak; de vishaak; de angel
- weerhaak [de ~ (m)] nomen
- vishaak [de ~ (m)] nomen
- angel [de ~ (m)] nomen
die Angel (Wurfangel)
de werphengel
- werphengel [de ~ (m)] nomen

Translation Matrix for Angel:

Noun	Related Translations	Other Translations
angel	Angel; Angelhaken; Haken; Widerhaken	Angelhaken; Haken
hengsel	Angel; Scharnier	Griff; Henkel
scharnier	Angel; Scharnier
vishaak	Angel; Angelhaken; Haken; Widerhaken
weerhaak	Angel; Angelhaken; Haken; Widerhaken
werphengel	Angel; Wurfangel

Synonyms for "Angel":

Angelgerät; Angelrute; Rute

Wiktionary Translations for Angel:

Cross Translation:

From	To	Via
• Angel	→ hengelroede; hengel	↔ fishing rod — rod used for angling
• Angel	→ hengsel; scharnier	↔ hinge — device for the pivoting of a door
• Angel	→ cruciaal; doorslaggevend	↔ pivotal — being of crucial importance; central, key
• Angel	→ hengel; staf; stok	↔ canne — Nom générique donner à plusieurs espèces de roseaux, tels que le roseau commun, la canne d’Inde, la canne odorante, le bambou, etc.
• Angel	→ omweg; haak; haken	↔ crochet — Petit morceau de métal recourbé servant à accrocher ou attacher quelque chose.

Dutch

Detailed Translations for Angel from Dutch to German

angel:

angel [de ~ (m)] nomen

de angel (gifangel)
der Haken; der Angelhaken
- Haken [der ~] nomen
- Angelhaken [der ~] nomen
de angel (vishaak; weerhaak)
der Haken; der Widerhaken; die Angel; der Angelhaken
- Haken [der ~] nomen
- Widerhaken [der ~] nomen
- Angel [die ~] nomen
- Angelhaken [der ~] nomen

Translation Matrix for angel:

Noun	Related Translations	Other Translations
Angel	angel; vishaak; weerhaak	hengsel; scharnier; werphengel
Angelhaken	angel; gifangel; vishaak; weerhaak
Haken	angel; gifangel; vishaak; weerhaak	haak; haakje; ophanghaak; ophanghaakje
Widerhaken	angel; vishaak; weerhaak

Related Words for "angel":

angels, angeltje, angeltjes

Wiktionary Translations for angel:

angel

noun

het orgaan waarmee wespen, bijen en soortgelijke dieren steken
- angel → Stachel; Wehrstachel
een vishaak
- angel → Angelhaken

Cross Translation:

From	To	Via
• angel	→ Angelhaken	↔ hameçon — Crochet