Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Search: Verbindlichkeit

German and Dutch Search Results for: Verbindlichkeit

Summary

German to Dutch: more detail...

Verbindlichkeit:
- verbintenis; verplichting; aansprakelijkheid; passiva
Wiktionary:
- Verbindlichkeit → verbintenis, verplichting, schuld, schulden

German

Detailed Translations for Verbindlichkeit from German to Dutch

Verbindlichkeit:

Verbindlichkeit [die ~] nomen

die Verbindlichkeit (Verpflichtung; Gebundenheit; Gebot)
de verbintenis; de verplichting
- verbintenis [de ~ (v)] nomen
- verplichting [de ~ (v)] nomen
die Verbindlichkeit (Passiva; Verbindlichkeiten)
de aansprakelijkheid; de passiva
- aansprakelijkheid [de ~ (v)] nomen
- passiva [de ~] nomen

Translation Matrix for Verbindlichkeit:

Noun	Related Translations	Other Translations
aansprakelijkheid	Passiva; Verbindlichkeit; Verbindlichkeiten	Haftpflichtigkeit; Haftung; Verantwortlichkeit
passiva	Passiva; Verbindlichkeit; Verbindlichkeiten
verbintenis	Gebot; Gebundenheit; Verbindlichkeit; Verpflichtung
verplichting	Gebot; Gebundenheit; Verbindlichkeit; Verpflichtung

Synonyms for "Verbindlichkeit":

Freundlichkeit; Höflichkeit; Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenschaft; Einstellung; Haltung; Merkmal; Zug
Agenda; Obliegenheit; Pflicht; Schuldigkeit; Verpflichtung

Wiktionary Translations for Verbindlichkeit:

Cross Translation:

From	To	Via
• Verbindlichkeit	→ verbintenis; verplichting	↔ commitment — promise or agreement to do something in the future
• Verbindlichkeit	→ verplichting; schuld	↔ debt — action, state of mind, or object one has an obligation to perform for another
• Verbindlichkeit	→ schulden	↔ debt — state or condition of owing something to another
• Verbindlichkeit	→ schulden	↔ debt — money that one person or entity owes or is required to pay to another