Summary
German to Dutch: more detail...
- fixieren:
-
Wiktionary:
- fixieren → bevestigen
- fixieren → aanbranden, bepalen, bevestigen, fixeren, tuigeren, vastmaken, vaststellen, aansluiten, binden, vastbinden, verbinden, aanbinden, meren, onderbinden, vastleggen, definiëren, omschrijven
German
Detailed Translations for fixieren from German to Dutch
fixieren:
Translation Matrix for fixieren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
strak kijken | anstarren; anstieren; fixieren |
Synonyms for "fixieren":
Wiktionary Translations for fixieren:
fixieren
Cross Translation:
verb
-
vastmaken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fixieren | → aanbranden; bepalen; bevestigen; fixeren; tuigeren; vastmaken; vaststellen; aansluiten; binden; vastbinden; verbinden; aanbinden; meren; onderbinden; vastleggen | ↔ attacher — fixer une chose à une autre, en sorte qu’elle y tenir. |
• fixieren | → bepalen; bevestigen; fixeren; tuigeren; vastmaken; vaststellen; definiëren; omschrijven | ↔ fixer — attacher, affermir, rendre immobile, maintenir en place. |