Interglot - "Abwesentheit" translated from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

German

Detailed Translations for Abwesentheit from German to Dutch

die Abwesentheit
de afwezigheid; niet aanwezig zijn; de absentie
- afwezigheid [de ~ (v)] nomen
- niet aanwezig zijn [znw.] nomen
- absentie [de ~ (v)] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
absentie	Abwesentheit	Abwesenheit; Versäumnis; Verzug
afwezigheid	Abwesentheit	Abwesenheit; Geistesabwesenheit; Zerstreutheit
niet aanwezig zijn	Abwesentheit