Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Anreden

Translate Anreden from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Anreden:
- aanspreken; benaderen; spreken tot

German

Detailed Translations for Anreden from German to Dutch

Anreden:

Anreden [das ~] nomen

Anreden (Ansprechen)
aanspreken; benaderen; spreken tot
- aanspreken [znw.] nomen
- benaderen [znw.] nomen
- spreken tot [znw.] nomen

Translation Matrix for Anreden:

Noun	Related Translations	Other Translations
aanspreken	Anreden; Ansprechen
benaderen	Anreden; Ansprechen
spreken tot	Anreden; Ansprechen	Ansprache halten; Ansprechen
Verb	Related Translations	Other Translations
aanspreken		an das Gefühl appelieren; ansprechen; appellieren an
benaderen		annähern; herankommen