Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Arbeitstier

Translate Arbeitstier from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Arbeitstier:
- moeke; sloof; huissloof
- uitslover; loonslaaf; werkslaaf; werkezel; werkpaard

German

Detailed Translations for Arbeitstier from German to Dutch

Arbeitstier:

Arbeitstier [die ~] nomen

die Arbeitstier (Hausmütterchen; Arbeitspferd; Frau die sich im Haushalt abrackert)
het moeke; de sloof; de huissloof
- moeke [het ~] nomen
- sloof [de ~ (v)] nomen
- huissloof [de ~ (v)] nomen

Arbeitstier [das ~] nomen

Arbeitstier (Speichellecker; Arschkrieger; Schleicher; Kriecher)
de uitslover
- uitslover [de ~ (m)] nomen
Arbeitstier (Lohnsklave; Arbeitspferd)
de loonslaaf; de werkslaaf; de werkezel
- loonslaaf [de ~ (m)] nomen
- werkslaaf [de ~ (m)] nomen
- werkezel [de ~ (m)] nomen
Arbeitstier (Arbeitspferd)
het werkpaard; de werkezel
- werkpaard [het ~] nomen
- werkezel [de ~ (m)] nomen

Translation Matrix for Arbeitstier:

Synonyms for "Arbeitstier":

Arbeitssüchtiger; Arbeitswütiger; Workaholic; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ
Zugtier; Nutztier