Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate Beigeschmack

Translate Beigeschmack from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Beigeschmack:
- bijsmaak; niet pluis zijn; bijsmaakje
Wiktionary:
- Beigeschmack → zweem, connotatie, gevoelswaarde, associatie, bijklank, bijbetekenis
- Beigeschmack → bijsmaak, zweem

German

Detailed Translations for Beigeschmack from German to Dutch

Beigeschmack:

Beigeschmack [der ~] nomen

der Beigeschmack (Nebengeschmack)
de bijsmaak
- bijsmaak [de ~ (m)] nomen
der Beigeschmack (Nebengeschmack)
niet pluis zijn; het bijsmaakje
- niet pluis zijn [znw.] nomen
- bijsmaakje [het ~] nomen

Translation Matrix for Beigeschmack:

Noun	Related Translations	Other Translations
bijsmaak	Beigeschmack; Nebengeschmack
bijsmaakje	Beigeschmack; Nebengeschmack
niet pluis zijn	Beigeschmack; Nebengeschmack

Wiktionary Translations for Beigeschmack:

Beigeschmack

übertragen: ein nebensächlicher, meist unerwünschter Anteil einer Sache (z.B. einer Äußerung)
- Beigeschmack → zweem

Beigeschmack

noun

een extra smaak die er eigenlijk niet bij hoort
- bijsmaak → Beigeschmack
een minder aangename meewerkende factor
- bijsmaak → Beigeschmack
spoor.
- zweem → Spur; Hauch; Schimmer; Beigeschmack

Cross Translation:

From	To	Via
• Beigeschmack	→ connotatie; gevoelswaarde; associatie; bijklank; bijbetekenis	↔ connotation — suggested or implied meaning