Interglot - "Fock" translated from German to Dutch

Remove Ads

Summary

German to Dutch: more detail...

Fock:
- teelt; fokkerij; voortbrenging; veefokkerij; aanfok; telen; voortplanting; fok; verbouw
Wiktionary:
- Fock → fok
- Fock → fok

German

Detailed Translations for Fock from German to Dutch

Fock:

Fock [die ~] nomen

die Fock (Viehzucht; Fortpflanzung; Züchterei; Zucht; Umbau; Nachbildung; Gezücht; Heranziehung; Wiedergabe; Umbauten; Züchten)
de teelt; de fokkerij; voortbrenging; de veefokkerij; aanfok; telen; de voortplanting; de fok; de verbouw
- teelt [de ~] nomen
- fokkerij [de ~ (v)] nomen
- voortbrenging [znw.] nomen
- veefokkerij [de ~ (v)] nomen
- aanfok [znw.] nomen
- telen [znw.] nomen
- voortplanting [de ~ (v)] nomen
- fok [de ~ (m)] nomen
- verbouw [de ~ (m)] nomen

Translation Matrix for Fock:

Noun	Related Translations	Other Translations
aanfok	Fock; Fortpflanzung; Gezücht; Heranziehung; Nachbildung; Umbau; Umbauten; Viehzucht; Wiedergabe; Zucht; Züchten; Züchterei	Anbau; Zucht
fok	Fock; Fortpflanzung; Gezücht; Heranziehung; Nachbildung; Umbau; Umbauten; Viehzucht; Wiedergabe; Zucht; Züchten; Züchterei	Anbau; Zucht
fokkerij	Fock; Fortpflanzung; Gezücht; Heranziehung; Nachbildung; Umbau; Umbauten; Viehzucht; Wiedergabe; Zucht; Züchten; Züchterei	Anbau; Zucht
teelt	Fock; Fortpflanzung; Gezücht; Heranziehung; Nachbildung; Umbau; Umbauten; Viehzucht; Wiedergabe; Zucht; Züchten; Züchterei	Anbau; Zucht
telen	Fock; Fortpflanzung; Gezücht; Heranziehung; Nachbildung; Umbau; Umbauten; Viehzucht; Wiedergabe; Zucht; Züchten; Züchterei	Anbau; Anbauen; Anbauten; Fortpflanzung; Zucht; Züchte; Züchten; Züchtung
veefokkerij	Fock; Fortpflanzung; Gezücht; Heranziehung; Nachbildung; Umbau; Umbauten; Viehzucht; Wiedergabe; Zucht; Züchten; Züchterei	Viehzucht
verbouw	Fock; Fortpflanzung; Gezücht; Heranziehung; Nachbildung; Umbau; Umbauten; Viehzucht; Wiedergabe; Zucht; Züchten; Züchterei	Anbau; Zucht
voortbrenging	Fock; Fortpflanzung; Gezücht; Heranziehung; Nachbildung; Umbau; Umbauten; Viehzucht; Wiedergabe; Zucht; Züchten; Züchterei	Anbau; Erzeugung; Hervorbringung; Produktion; Zucht
voortplanting	Fock; Fortpflanzung; Gezücht; Heranziehung; Nachbildung; Umbau; Umbauten; Viehzucht; Wiedergabe; Zucht; Züchten; Züchterei	Anbau; Zucht
Verb	Related Translations	Other Translations
telen		anbauen; anpflanzen; aufbauen; aufziehen; erzeugen; fortpflanzen; hegen; heranbilden; heranziehen; hervorbringen; kultivieren; treiben; umbauen; umgestalten; umwandeln; zeugen; ziehen; züchten

Wiktionary Translations for Fock:

Fock

noun

driehoekig zeil bevestigd aan de voorstag
- fok → Fock

Cross Translation:

From	To	Via
• Fock	→ fok	↔ jib — basic jib
• Fock	→ fok	↔ foc — marine\|fr voile triangulaire qui se place à l’avant du bateau et qui est utilisée par grand vent.

External Machine Translations:

Remove Ads

Translate Fock from German to Dutch

Detailed Translations for Fock from German to Dutch

Fock:

Fock [die ~] nomen

die Fock (Viehzucht; Fortpflanzung; Züchterei; Zucht; Umbau; Nachbildung; Gezücht; Heranziehung; Wiedergabe; Umbauten; Züchten)

Translation Matrix for Fock:

Wiktionary Translations for Fock: