Interglot - "Gala" translated from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Gala:
- gala; galabal; bal; groot bal; staatsiekleding; hoffeest; hofbal
Wiktionary:
- Gala → pomp, luister, praal, pracht, vertoon, corso, parade, pralerij, pracht en praal

German

Detailed Translations for Gala from German to Dutch

die Gala (Galaball; glanzvolle Fest; Ball; Hofball)
het gala; het galabal; het bal
- gala [het ~] nomen
- galabal [het ~] nomen
- bal [het ~] nomen
die Gala (großer Ball)
het gala; groot bal
- gala [het ~] nomen
- groot bal [znw.] nomen
die Gala (Gesellschaftskleidung)
het gala; staatsiekleding
- gala [het ~] nomen
- staatsiekleding [znw.] nomen
die Gala (Hoffest)
het gala; hoffeest
- gala [het ~] nomen
- hoffeest [znw.] nomen
die Gala (Hofball; glanzvolle Fest; Hofbälle)
het gala; hofbal
- gala [het ~] nomen
- hofbal [znw.] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
bal	Ball; Gala; Galaball; Hofball; glanzvolle Fest	Ball; Fußball; Knoten von Wolle; Party; Tanzfest
gala	Ball; Gala; Galaball; Gesellschaftskleidung; Hofball; Hofbälle; Hoffest; glanzvolle Fest; großer Ball	Hofkleidung
galabal	Ball; Gala; Galaball; Hofball; glanzvolle Fest
groot bal	Gala; großer Ball
hofbal	Gala; Hofball; Hofbälle; glanzvolle Fest
hoffeest	Gala; Hoffest
staatsiekleding	Gala; Gesellschaftskleidung

Cross Translation:

From	To	Via
• Gala	→ pomp; luister; praal; pracht; vertoon; corso; parade; pralerij; pracht en praal	↔ pompe — cortège solennel, déploiement de fastes, appareil magnifique, somptueux.